woensdag 22 februari 2012

Nederlanders op de Titanic


In april is het 100 jaar geleden dat de Titanic zonk. Reden voor wereldwijde herdenkingen van een scheepsramp die nog steeds tot de verbeelding spreekt.

Tot 17 juni is in het Maritiem Museum van Rotterdam een intieme tentoonstelling te zien die het verhaal vertelt van de drie Nederlandse opvarenden van de Titanic. Jhr. George Reuchlin, directeur van de Holland Amerikalijn, was pasagier op het schip dat als onzinkbaar te boek stond. Een andere Nederlander was Herman Bolhuis, voorsnijder in het restaurant en tenslotte Wessel van der Brugge, die als stoker in de machinekamer werkte. Aan de hand van persoonlijke bezittingen krijgt de bezoeker een beeld van deze mensen. Dankzij de verzameling van de kleinzoon van Reuchlin kon ook een hut van de Titanic worden nagebouwd. 



RMS Titanic
De RMS Titanic liep begin april 1912 van stapel in Belfast en vertrok op 10 april voor haar maidentrip naar New York met aan boord 1300 passagiers en 900 bemanningsleden. 

De rederij White Star Line had met de Titanic het grootste bewegende object ooit door mensenhanden gemaakt. Het schip gold dan ook als een technisch wonder. 

Omdat de makers ervan overtuigd waren dat de Titanic niet kon zinken, had men op reddingboten bespaard.


Door een reeks blunders en miscommunicatie tussen kapitein Edward John Smith en zijn officieren kwam het schip op 14 april in aanvaring met een ijsberg en zonk binnen enkele uren. Slechs 700 opvarenden overleefden de ramp. 
In 1985 ontdekte oceanograaf  Robert Ballard het wrak van de Titanic op de bodem van de Atlantische Oceaan.


De tentoonstelling "Nederlanders op de Titanic" in het Maritiem Museum is de moeite waard en geeft ook antwoord waarom de scheepsramp met de Titanic na 100 jaar nog zo in ons geheugen gegrift staat.
Op de website van het museum staat alle informatie over bereikbaarheid en openingstijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten